- Bij veel huurders is de aankondiging voor de huurverhoging per 1 juli op de mat geploft.
- Bij sociale huur waren de huren in 2021 bevroren vanwege de coronapandemie. Die maatregel wordt nu opgeheven.
- In de vrije sector zijn de huurverhogingen nog wel begrensd, waar ze dat vóór de pandemie niet waren.
- Lees ook: Kabinet wil middensegment van de huurmarkt gaan reguleren voor huren tot maximaal €1.250 per maand
Het is zomer en dat betekent dat 1 juli in aantocht is, de datum waarop administratieve en financiële zaken kunnen worden gewijzigd. Een van de dingen die op 1 juli wordt doorgevoerd is de huurverhoging.
Huurders moeten inmiddels een voorstel voor de huurverhoging hebben ontvangen omdat deze minimaal twee maanden van tevoren moet worden aangekondigd. Hoeveel de kale huur mag worden opgeschroefd, hangt af van of je in een sociale huurwoning of in een vrije sectorwoning woont.
Sociale huur of vrije sector?
Je woont in een sociale huurwoning als de kale huur niet hoger was dan de liberalisatiegrens die gold in het jaar dat je het huurcontract tekende (check hier een historisch overzicht). Ben je bijvoorbeeld in 2020 verhuisd, dan was de liberalisatiegrens 737,14 euro. Lag de huurprijs bij de start onder dit bedrag, dan woon je in een sociale huurwoning. Was de huur destijds hoger, dan woon je in een vrije sectorwoning. De liberalisatiegrens voor 2022 is 763,47 euro. De huur kan alleen boven de liberalisatiegrens uitkomen als de woning daarvoor voldoende punten scoort in puntenstelsel. Boven de liberalisatiegrens is het puntenstelsel niet van toepassing.
Huurverhoging vóór de pandemie
De huurverhoging van sociale huurwoningen is altijd begrensd, terwijl verhuurders in de vrije sector in principe de huur zoveel kunnen opschroeven als ze willen, tenzij het huurcontract anders bepaalt. Echter, de overheid heeft de huurverhoging bij zowel sociale huur als in de vrije sector tijdelijk aan banden gelegd vanwege de coronapandemie.
Tot 1 mei 2021 gold bij sociale huur dat de huurverhoging mocht bestaan uit inflatie en een inkomensafhankelijke huurverhoging. In 2020 kwam dit neer op een maximale huurverhoging van 5,1 procent tot 6,6 procent. Deze bestond uit 2,6 procent inflatie (2019) en een inkomensafhankelijke huurverhoging van 2,5 procent voor inkomens tot 43.574 euro. Inkomens daarboven konden een inkomensafhankelijke verhoging van 4 procent krijgen.
In 2020 barstte de coronapandemie los die zowel bedrijven als particulieren veel financiële onzekerheid bezorgde. Het kabinet morrelde in 2020 nog niet aan de huren, maar besloot dit in 2021 na veel kritiek wel te doen.
Huurverhoging vrije sector 2022
In 2021 werden de huren in de sociale sector bevroren, terwijl de huurverhoging in de vrije sector werd begrensd tot 3,3 procent (inflatie 2021 + 1 procent). De maatregel voor de vrije sector geldt tot 1 mei 2024.
Woon je vrije sector en is de huurverhoging in het contract bepaald, dan geldt deze als hij lager is dan 3,3 procent. Is de huurverhoging in het contract hoger dan 3,3 procent, dan geldt 3,3 procent huurverhoging.
Voor de sociale sector geldt dat de huren tot 1 juli 2022 bevroren zijn. Deze maatregel loopt dus bijna af. Vanaf 1 juli kan een van de volgende regelingen van toepassing zijn als je in een sociale huurwoning woont:
Huurverhoging sociale huur 2022
Verdiende je in 2020 alleen niet meer dan 47.948 euro of gezamenlijk niet meer dan 55.486 euro, dan hangt de huurverhoging af van de kale huur. Is de deze hoger dan 300 euro dan mag de huur met maximaal 2,3 procent (inflatie 2021) omhoog.
Als de huur lager is dan 300 euro mag huurverhoging maximaal 25 euro per maand bedragen. Dit is overigens meer dan 2,3 procent, dus verhuurders kunnen bij deze inkomensgroep de lagere huren sneller verhogen.
Bij een inkomen van 47.948 euro tot 56.527 euro (alleenstaande) of 55.486 euro tot 75.369 euro (gezamenlijk) in 2020, mag de huur dit jaar met maximaal 50 euro per maand omhoog.
Had je in 2020 een hoog inkomen van meer dan 56.527 euro als alleenstaande of 75.369 euro gezamenlijk, dan mag de huur in 2022 met maximaal 100 euro per maand omhoog.
Nogmaals: één van deze regelingen is van toepassing. De verhuurder mag niet stapelen. Het kan dus niet zo zijn dat de huur omhoog gaat met 2,3 procent inflatie én 25, 50 of 100 euro.
Huurverhoging sociale woning moet kloppen met puntenstelsel
Verder is het goed om te weten dat bij sociale huur het woningwaarderingsstelsel geldt, kortweg het puntenstelsel of puntensysteem. Door huurverhogingen in de afgelopen jaren kan de maandhuur inmiddels tot boven de liberalisatiegrens van dit jaar zijn uitgestegen. Je betaalt bijvoorbeeld al 800 euro per maand in plaats van 763 euro.
Maar het mag niet zo zijn dat de huur door de huurverhoging uitstijgt tot boven het bedrag dat hoort bij het aantal punten in het puntenstelsel. Weet je niet hoeveel punten je woning scoort, dan kun je hier een check doen en eventueel naar de Huurcommissie gaan als je bezwaar wil maken.
Servicekosten
Bedenk dat naast de kale huur ook de servicekosten omhoog kunnen gaan. Dat zijn kosten voor bijvoorbeeld schoonmaak van de gemeenschappelijke ruimten, gas, water en licht. Vóór 1 juli moet je een overzicht krijgen van de gemaakte kosten in het vorige kalenderjaar.
Gaan de kosten omhoog dan moet de verhuurder aangeven waarom dat zo is. Als de energieprijs hoger is of de schoonmaker duurder is geworden, dan mogen de servicekosten omhoog. Maar dit mag niet om bijvoorbeeld een lage, kale huurprijs te compenseren.
Sommige huurders betalen een all-in-huur waarbij het lastig te bepalen is of de huurverhoging klopt. Wellicht kun je in dat geval vragen of de verhuurder het huurbedrag wil specificeren.
Lees meer over huurwoningen:
- Kabinet wil middensegment van de huurmarkt gaan reguleren voor huren tot maximaal €1.250 per maand
- Huurprijzen in de vrije sector stijgen verder vanwege het krappe aanbod van huurwoningen, aldus ABN AMRO
- ‘Bijna de helft van de huurwoningen in de vrije sector wordt aangeboden met een contract van maximaal 2 jaar’